De grondstoffen worden bij een temperatuur van 1700 graden celsius gesmolten tot een vloeibare massa. Door een wisselwerking van voortstuwing door de oven en het breder en smaller maken van de vloeibare massa ontstaat een lint van vloeibaar glas. De breedte van de vloeibare massa is 3210 mm. Tijdens het smelten van de grondstoffen wordt stikstof in de oven gepompt. Waar stikstof is kan geen zuurstof zijn, hierdoor vloeien de gaatjes (pinholes) dicht en ontstaat een vlakke glasplaat. Na deze bewerking gaat de glasband door de koeltunnel. Deze koeltunnel is minimaal 150 meter lang. Nadat het glas de koeltunnel verlaat wordt het met licht en optische camera’s gecontroleerd op fouten. De eventuele fouten (pinholes) worden met poeder gemerkt. Aan de lijn wordt het glas op de gewenste afmetingen gesneden en verpakt met papier tussen de platen verpakt in houten kisten. De platen met fouten worden opgevangen in containers aan het einde van de productielijn. Dit glas wordt gekneusd en weer omgesmolten.